Moerkapelle lied
Aan het Moer stond een kapelle en dat was on klein begin.
Zo de boeken ons vertellen sloot ons ’t water dikwijls in.
Maar de molens maalden lustig, altijd droog weer viel het land
En nu leven wij hier rustig, niet bedreigd door waterstand
En nu leven wij hier rustig, niet bedreigd door waterstand
Wilde venen werden akkers, ook ontstond hier tuinderij.
Voor vervoer, verzorging, handel kwam er heel wat drukte bij.
Kerk en school, verenigingsleven, winkels trokken mensen aan.
Waarom in de stad gebleven als hier goede huizen staan?
Waarom in de stad gebleven als hier goede huizen staan?
Is de dam aan de oude Rotte ons als stad voorbijgestreefd,
’t houten hek uit de Sint Laurens heeft het koperen overleefd
Hoge bomen zijn getroffen, maar het riet trotseert de tijd
Zo is vaak de weg van ’t kleine, dat in needrigheid gedijt
Zo is vaak de weg van ’t kleine, dat in needrigheid gedijt
Onze wens voor deze streken is een wens van vrede en bloei
’t Raadhuis zij een blijvend teken van vernieuwing, welvaart, groei
Blijft ons zegen vergezellen bij wat burgerzin hier doet,
ja dan gaat ons Moerkapelle nog een toekomst tegemoet
ja dan gaat ons Moerkapelle nog een toekomst tegemoet